Na 25 jaar Frans geven in het voortgezet onderwijs besloot Barbet van der Hoeven dat het tijd was voor iets nieuws. Met haar ervaring én liefde voor het vak pioniert ze nu als ‘proeftuindocent’ in het primair onderwijs. Haar missie: meer samenwerking tussen po en vo, en vooral: het plezier in leren terugbrengen. In dit interview vertelt ze hoe de proeftuin ‘vo-docenten in het po’ is ontstaan, waarom anders organiseren een must is, en wat zij ziet als de kracht van goed onderwijs.
Anders organiseren als rode draad
“Mijn werkgever is Yulius, een organisatie die ‘gespecialiseerd is in gespecialiseerd onderwijs’. Daar ben ik brugklascoördinator, brugklasmentor en projectleider Anders Organiseren. Voor de Onderwijsregio ben ik lid van de gelijknamige werkgroep. Daarnaast schrijf ik met een collega van BOOR voor de Opleidingsschool Rotterdam een addendum voor stagiairs in het gespecialiseerd onderwijs. En verder zet ik me binnen het project Talentscouting Onderwijs in om vo-leerlingen enthousiast te maken voor het leraarschap, onder meer door snuffelstages op basisscholen die hen een realistisch beeld geven van het vak én de opleiding.
“Ik ben heel dankbaar dat ik 20 uur per week heb gekregen om te werken aan Anders Organiseren. Die ruimte gebruik ik om samen met collega’s te kijken hoe we het onderwijs anders kunnen inrichten. Want op de werkvloer blijkt dat verandering soms uitdagend is. Toch zijn die veranderingen hard nodig. Zoals toekomstdenker Bart Götte het onlangs treffend verwoordde: als we niet grootscheeps gaan omdenken, stevenen we af op een systeemcrisis in het onderwijs.
De proeftuin: vo-docenten in het po
Binnen de werkgroep Anders Organiseren ontstond het idee om docenten uit het vo een rol te geven in het po. Barbet is de eerste ‘proeftuindocent’. “Ik geef Franse les aan groep 8-leerlingen in het gespecialiseerd onderwijs, op een van de drie basisscholen van Yulius. Mijn voornaamste doel is dat ze plezier krijgen in het leren van een nieuwe taal. En dat ze makkelijker de overstap kunnen maken naar een verwante taal, zoals Spaans — een route die ik zelf ook bewandeld heb.”
“We hebben stap voor stap gekeken hoe de proeftuin echt van meerwaarde kon zijn voor het onderwijs.”
“De proeftuin biedt niet alleen verrijking voor de leerlingen, maar ook voor de samenwerking tussen po en vo. Zo fungeert het in één moeite door ook als een soort Open Dag voor de elf vo-scholen van Yulius. We hopen dat kinderen uit groep 8 straks zeggen: ‘O, ik wil wel eens een kijkje nemen op de school waar Barbet lesgeeft.’”
Van idee naar praktijk: het model van Fred Janssen
De proeftuin kwam tot stand met behulp van de ‘ladderingsmodule’, ontwikkeld door collega Fred Janssen. “Die module stimuleert leraren om betekenisvolle projecten te formuleren. Voor elk project wordt bekeken welke waardevolle doelen we willen realiseren en hoe we dat kunnen doen. Daarbij brengen we steeds in kaart wat de bevorderende en belemmerende factoren zijn. Zo hebben we het wordingsproces van de proeftuin stap voor stap doorlopen.”
Wat de proeftuin oplevert
Voor Barbet is de proeftuin veel meer dan een lesproject. “Het draait om structurele verbinding. Door nauw contact met de basisschoolleerkracht versterken we de samenwerking tussen po en vo, vergroten we het welbevinden van leerlingen én ondersteunen we collega’s in hun professionele ontwikkeling. Zo willen we bijdragen aan het behoud van bevlogen docenten en daarmee aan het aanpakken van het lerarentekort.”
“Goed onderwijs begint bij écht zien wie je voor je hebt.”
Goed onderwijs begint met goed kijken
Wat haar persoonlijke drijfveer is? Barbet hoeft niet lang na te denken: “Mijn oud-collega en inmiddels dierbare vriendin Christine Willemse heeft mij geleerd om altijd het goede in leerlingen te blijven zien. Als dat goede niet zichtbaar is, is dat vaak een roep om hulp. Het is onze taak als docent om achter het gedrag te kijken en te ontdekken wat een leerling écht nodig heeft. Die les neem ik iedere dag mee.”
Lees het interview in pdf-vorm
